Dodenherdenking 2008

Dames en heren,
Wat ongelofelijk goed dat we hier vandaag weer met zo velen bij elkaar zijn. Welkom. Mijn naam is Jeroen Broeders, ik ben stadsdeelvoorzitter van Bos en Lommer, en ik heet u allen hartelijk welkom bij deze Dodenherdenking.

Op 4 mei, en vandaag is daarop geen uitzondering, is het vaak al mooi weer. De lente is begonnen, en alles in de natuur staat in het teken van de groei en de hoop. De hoop op een mooi jaar, op een mooie zomer. In de lente viert de natuur het leven. De lente is het jaargetijde van de hoop.

De Dodenherdenking grijpt mij ieder jaar weer aan, omdat juist nu, op 4 mei, aan het begin van de lente de spanning tussen de hoop die altijd weer doet leven en de dood van zo velen die hun leven hebben gegeven, zo ongelofelijk groot lijkt. En het meest aangrijpende, maar tegelijkertijd het mooiste, moment is voor mij wanneer in de twee minuten stilte straks een merel of een andere vogel zijn gefluit ten gehore brengt.

Dood en leven. Daar gaat iedere Dodenherdenking weer over. Het gaat over hen die hun leven hebben gegeven om onze manier van leven, onze vrijheid, mogelijk te maken. Op 4 mei herdenken we hen in stilte, in bezinning, in treurnis. En op 5 mei, morgen, herdenken we hen in blijdschap. Dan vieren we onze vrijheid.

Maar vandaag, vanavond, bezinnen we ons nog, gedenken we hen die hun leven gegeven hebben, en staan we stil bij het feit dat er op heel veel plaatsen in onze wereld geen sprake is van vrijheid en vrede, en dat er nog dagelijks vele slachtoffers van oorlog en geweld te betreuren zijn. 

We gedenken vandaag de ongeveer 200.000 Nederlandse doden uit de Tweede Wereldoorlog. Tegelijkertijd moeten we ook stilstaan bij de talloze slachtoffers die ook in 2008 nog dagelijks vallen. Bij de misschien wel 300.000 doden die er de afgelopen vijf jaar gevallen zijn in de Soedanese regio Darfur. Bij de miljoenen vluchtelingen die over onze aardbol trekken. Bij de gemartelden en onderdrukten van deze wereld.

Dames en heren,

De vrijheid is het meest kostbare ding dat wij bezitten. Maar het krijgt pas waarde als ook anderen daarover kunnen beschikken. Je kunt niet in je eentje vrij zijn, niet ECHT vrij zijn. We moeten onze vrijheid dan ook willen delen met anderen. Met hen die er nooit over hebben beschikt, of die ervan zijn beroofd.

Dat vraagt om solidariteit, solidariteit van ons met hen. Wij moeten solidair zijn met anderen zoals anderen dat met ons zijn geweest. Bijvoorbeeld in de Tweede Wereldoorlog, toen we gesteund werden met het beroemde Zweedse wittebrood, maar vooral door de talloze Amerikaanse, Britse, Poolse en andere soldaten die hun leven voor onze vrijheid wilden geven.

“Solidariteit” is het motto van deze dodenherdenking. Vrijheid vraagt om solidariteit, en solidariteit doet vaak pijn. Echte solidariteit is nooit gratis. Omdat we bepaalde dingen moeten doen die we eigenlijk liever niet zouden doen. Omdat het ons letterlijk iets kost. Maar solidariteit is de prijs van de vrijheid. De vrijheid vraagt om solidariteit met de mensen die er niet over kunnen beschikken.

We staan vandaag stil bij allen die meer dan een halve eeuw geleden tijdens de Tweede Wereldoorlog hun leven gaven of opkwamen voor vrijheid. Maar laten we vooral toch ook stilstaan bij allen die vandaag de dag opkomen voor de verdrukten en vertrapten en zich, soms met gevaar voor eigen leven, voor hen inzetten. Laten wij vandaag onze rug rechten en solidair zijn met hen. En laten we met elkaar afspraken dat we dat het komend jaar ook zullen blijven doen. Want solidariteit, en ik weet dat zelf maar al te goed, moet je oefenen, blijven oefenen. Laat dat ons aller uitdaging voor 2008 zijn.