Kleine kinderen worden groot
Nieuwjaarstoespraak, 7 januari 2008


Dames en heren,

Kleine kinderen worden groot. Veel te snel groot. Ik heb een dochtertje van net twee, en ik weet nu al niet meer hoe het leven was zonder haar. Soms moet je voor jezelf even terug gaan in de tijd, even nagaan wat er gebeurd is, om te kunnen beseffen wat er veranderd is.

Kleine kinderen worden groot. Dat geld ook voor het stadsdeel Bos en Lommer. Bos en Lommer is opgericht in 1990. Dat betekent dat we in 2008 achttien worden. Voor de wet volwassen. En daarmee is 2008 een goede gelegenheid om zowel terug als vooruit te kijken.

De afgelopen jaren zijn voor Bos en Lommer niet altijd even makkelijk geweest. We hebben de nodige kinderziektes opgelopen en we hebben vaak ruzie gemaakt. We ontwikkelden een warmbloedig hart (in de vorm van het Bos en Lommerplein) en aan dat hart hebben we, en dat hoort klaarblijkelijk ook bij opgroeien, de afgelopen jaren de nodige keren heel wat pijn gevoeld.

Heeft het nu iets opgeleverd, dat stadsdeel ? Merken bewoners er nu iets van ? Zijn die er op vooruit gegaan doordat er een stadsdeel is ?

Dames en heren,

Het grote voordeel van iets ouder worden, en wat mij betreft ook het enige voordeel, is dat je iets verder terug kunt kijken in de tijd.

Ik ben niet geboren in Bos en Lommer, ik ben zelfs niet eens aanwezig geweest bij de geboorte van Bos en Lommer in 1990. Ik ben hier zelf pas in 1992 komen wonen en ben dus een eerste generatie allochtone Bos en Lommeraar. Ik ben echter wel al veel langer Amsterdammer en ik weet hoe Amsterdam er aan het eind van de jaren tachtig bij lag, hoe Amsterdam-West er bij lag, hoe Bos en Lommer er bij lag. En ik weet hoe het politieke stelsel in Amsterdam toentertijd functioneerde.

Er was toen, aan het eind van de jaren tachtig, veel te weinig aandacht voor de noden van, problemen in en kansen voor Amsterdam West. Amsterdam West bestond, en ik chargeer misschien een beetje, voor de centrale stad niet echt. Er was onvoldoende aandacht voor West, er was onvoldoende aandacht voor Bos en Lommer. En als gevolg daarvan lagen de straten en huizen er verlopen bij.

Sinds de komst van de stadsdelen is daar wel het een en ander veranderd. Er is zelfs heel veel veranderd. De problemen van een wijk als de onze, maar vooral ook de kansen, zijn terecht gekomen op de politieke agenda. Er is geld gekomen voor Bos en Lommer, er is aandacht gekomen, en de positieve gevolgen daarvan zien we om ons heen. Bos en Lommer vernieuwd. Kijk maar naar dit plein, kijk maar naar de overkant van de straat wanneer u dit pand verlaat. Het is voor de wijk Bos en Lommer goed geweest dat er een stadsdeel kwam. Bos en Lommer knapt op.

Dames en heren,

Bos en Lommer knapt zichtbaar op, maar eigenlijk gaat het daar natuurlijk niet echt om. Het gaat over onze bewoners. En ook die zijn de afgelopen achttien jaar flink veranderd. Ze zijn tegenwoordig veel beter geïnformeerd dan vroeger, weten beter wat er speelt, kunnen over veel meer informatie beschikken, en weten dan ook veel beter wat ze wel en vooral ook wat ze niet willen. En, laat ik daar ook eerlijk over zijn, dat is vaak verrekte lastig voor bestuurders als ondergetekende. En tegelijkertijd is dat hartstikke goed.

In Bos en Lommer zijn we begonnen om te proberen bewoners eerder, beter en serieuzer bij het maken van plannen te betrekken. We noemen dat meespraak. En daar gaan we de komende jaren, als het aan mij ligt, mee door. Bos en Lommer wordt een betere plek wanneer bewoners zich betrokkener voelen bij wat er in hun buurt gebeurt, omdat ze er zelf invloed op hebben gehad.

En natuurlijk gaat het nog niet goed genoeg.

En natuurlijk gaat er veel te veel fout.

En natuurlijk kan het nog veel beter.

En natuurlijk moet het nog veel beter.

Maar we doen met elkaar als bewoners, als raad en als stadsdeelorganisatie onze uiterste best om er met elkaar iets van te maken. Om de bewoners, om ons als bewoners gaat het, en samen met elkaar moeten we het zien te rooien. En wat mij betreft zit daar ook de kracht van een stadsdeel. Amsterdam is niet heel erg groot, maar toch nog wel veel te groot om in het stadhuis te kunnen weten wat er op de straten in bijvoorbeeld de Robert Scottbuurt speelt.

Dames en heren,

De aardigheid is dat dat uitgangspunt, het meer betrekken van bewoners bij wat er gebeurd, door zo’n beetje iedereen in Bos en Lommer gedeeld wordt. En dat is iets wat mij de afgelopen jaren hier zo is opgevallen: de eensgezindheid waarmee alle betrokkenen, bewoners en raadsleden, ambtenaren en bestuurders, de problemen in Bos en Lommer willen aanpakken. Ik moet bekennen dat ik, zeker ook wanneer ik kijk naar andere stadsdelen en gemeenten, prettig onder de indruk ben van de positieve grondhouding van iedereen en de constructieve samenwerking die als gevolg daarvan mogelijk is.

Ja, we hebben wel eens ruzie met elkaar, en ja, we houden elkaar scherp. Maar dat krijg je als er zoveel betrokken bewoners zijn. Bewoners die, bijvoorbeeld als vrijwilliger, soms al tientallen jaren onzichtbaar actief zijn in Bos en Lommer. Onzichtbaar actief om Bos en Lommer een plek te laten zijn waar het prettig wonen, werken, maar vooral ook leven is. En het stemde mij afgelopen zaterdag dan ook trots om aan Henny Hoedenmaker van de Boomkerk, aan Hatice Kurt van het Steunpunt Steunvrouwen en aan Jan van der Vathorst van de Sportschool van der Vathorst een prijs te mogen uitreiken als “Onzichtbare vrijwilligers van 2007”. Het was afgelopen zaterdag een mooie dag.

Dames en heren,

Als ik mezelf zo hoor praten, zou je haast denken dat het allemaal goed gaat met Bos en Lommer. Maar het is natuurlijk niet voor niets dat we een Prachtwijk van Vogelaar zijn geworden. Bos en Lommer is een wijk met twee gezichten. Enige tijd geleden stond er een ingezonden brief in het Parool. Een brief van een mevrouw die op dat moment vier jaar in Bos en Lommer woonde. Zij stuurde die brief naar aanleiding van de aanwijzing van Bos en Lommer als achterstandswijk door minister Vogelaar. Ze zei: “Ik woon hier nu vier jaar, mijn fiets is nog nooit gejat, een junk heb ik hier nog nooit gezien, en bij de AH zie ik alleen maar yuppen. Wat nou achterstandswijk.” Maar tegenover haar fiets, die niet gejat werd, staan de angsten van de ouderen in de Robert Scottbuurt die ’s avonds de deur niet meer uitdurven, tegenover de junk die ze niet gezien heeft, staat het huiselijk geweld achter vele voordeuren, tegenover de yuppen bij de AH staan de bijstandsmoeders bij de Voedselbank op de Erik de Roodestraat. Ja, wij zijn een wijk met problemen.

En terwijl de fysieke verbeterslag heel duidelijk zichtbaar begint te worden, moeten we dan ook nog heel veel investeren in de sociale problemen in Bos en Lommer. Want ook achter opgeknapte gevels gaat veel armoede en leed schuil. Daar, en nergens anders, ligt de grote uitdaging voor de komende tijd. Daar zijn we hard mee bezig, daar blijven we hard aan werken. Als Dagelijks Bestuur, als Stadsdeelraad, als stadsdeelorganisatie, als bewoners. En het komend jaar ook met onze andere partners, zoals bijvoorbeeld de corporaties.

Beste mensen,

Ook 2008 zal weer een bewogen jaar worden voor Bos en Lommer. Er gebeurt hier tegenwoordig ongelofelijk veel. Om maar eens wat te noemen: er gaat een kunstenaarsvereniging van start, er wordt een drijvend restaurant geopend op de Erasmusgracht, we gaan beginnen met de bouw van de woningen op het Jan van Schaffelaarplantsoen. En de drie nieuwbouwcomplexen tegenover het Bos en Lommerplein krijgen hun nieuwe bewoners.

Bos en Lommer blijft iedere dag veranderen. En soms zijn de veranderingen ook wat treuriger: zo hebben we vorige week een icoon van Bos en Lommer verloren. Vorige week is op 95-jarige leeftijd Ome Hannes Haakenhout overleden. Ome Hannes was nog altijd iedere dag te vinden op de markt, de laatste jaren schuifelend achter zijn rollator, maar tot voor kort nog ieder dag in de weer met dozen, kisten en oude stofzuigers. Ome Hannes was een bewoner van Bos en Lommer van het eerste uur: hij woonde hier vanaf het moment dat in 1941 zijn woning aan de Trouringhstraat werd opgeleverd.

We verloren met Ome Hannes een icoon, maar ongetwijfeld zullen er in 2008 weer nieuwe iconen opstaan. Nieuwe karakteristieke bewoners. Nieuwe initiatieven. Bos en Lommer beweegt, broeit en bruist. We staan, achttien jaren jong, aan de vooravond van de kracht van ons leven.                                     

Beste mensen,

Ik heb een droom. Mijn droom heet Bos en Lommer. Bos en Lommer is mijn dorp aan de snelweg. Bos en Lommer is de plek waar ik woon met de mensen die ik lief heb en de vrienden en vriendinnen die ik hier heb leren kennen. Dit is de plek waar ik mijn dochter op wil zien groeien tot een gelukkig mens. Bos en Lommer is de plek waar ik de geborgenheid van het dorp kan vinden, omdat ik de mensen op de straat ken.

Bos en Lommer is de plek waar ik die korte tijd die wij het leven noemen, gelukkig wil zijn. Samen met u. En ik wil dan ook met u het glas heffen op een gezond, gelukkig en constructief  2008 in Bos en Lommer, ons aller dorp aan de snelweg.

Dames en heren, ik wens ons allen een heel gelukkig 2008.

Jeroen Broeders, stadsdeelvoorzitter Bos en Lommer