Amsterdam: een gemeente van kerken
Nieuwjaarsbijeenkomst van de Evangelisch-Lutherse Gemeente Amsterdam, Oude Lutherse Kerk aan het Spui, 26 januari 2008


Een stad zonder kerken is geen stad. Een stad zonder kerken leeft niet. Amsterdam is een stad van kerken. Amsterdam kan niet zonder zijn kerken.

Dames en heren,

Mijn naam is Jeroen Broeders, ik ben stadsdeelvoorzitter van Bos en Lommer. Ik ben gevraagd om hier iets te zeggen over de volgende vraag: “Vindt de gemeente Amsterdam een zicht- en tastbare kerk in de stad belangrijk?’

Nu is het voor mij wat moeilijk om namens de gemeente Amsterdam te spreken. Ik ben immers slechts stadsdeelvoorzitter van het kleinste stadsdeel van Amsterdam. Ik ben, zo u wilt, de dorpsburgemeester van Bos en Lommer. Desondanks ben ik graag ingegaan op de uitnodiging om hier iets te mogen zeggen. Jarenlang ben ik bezig geweest, overigens onsuccesvol, om op de Universiteit van Amsterdam een proefschrift af te ronden. Eigenlijk was het enige doel om dat proefschrift ooit hier te mogen verdedigen, in deze prachtige ruimte waarin religieuze en profane functies zo mooi gemengd worden. En u maakt het mij mogelijk om hier dan toch ooit te staan. Mijn dank is groot.

Dames en heren,

‘Nederland is een seculariserende samenleving waarin heel strikt omgegaan moet worden met de scheiding tussen kerk en staat.’ Dat is de wijze waarop iedere dialoog tussen een religieuze gemeenschap en de overheid placht te beginnen. En ik ben het daar volledig mee oneens.

Ik zal proberen om, vanuit het perspectief van Bos en Lommer, mijn eigen dorp aan de snelweg, aan te geven waarom ik het een verkeerd uitgangspunt vind.

Nederland is dan misschien een seculariserende samenleving, Bos en Lommer is dat in ieder geval niet of nog niet. Bos en Lommer is een religieuze samenleving. OK, misschien niet helemaal zoals we ons dat ooit, als representanten van de christelijke traditie onder elkaar, hadden voorgesteld, maar er is een zeer sterk ontwikkelde religieuze cultuur in Bos en Lommer aanwezig. En alleen al daarom vind ik dat ik op een ontspannen manier om moet gaan met de idee van de scheiding tussen kerk en staat. Waarschijnlijk vergt dat enige uitleg.

Dames en heren,

De kerken en kerkgemeenschappen in Amsterdam zijn belangrijk voor mij vanwege een groot aantal elementen die ze in zich bergen.

Kerken zijn architectonisch markante punten: spannende elementen in een verder soms eenvormige stedenbouwkundige structuur. Zonder Augustanakerk, Kolenkitkerk en Boomkerk was Bos en Lommer, vanuit stedenbouwkundig perspectief, veel saaier. En sommigen van u, die Bos en Lommer niet zo goed kennen, zullen nu ongetwijfeld denken: nog veel saaier. Verder zijn kerken, of liever gezegd kerkgebouwen, dragers van lokale geschiedenis. Aan de hand van een kerkgebouw kan de geschiedenis van een gebied of een tijdperk zichtbaar en tastbaar gemaakt worden. Zeker in het Amsterdam van de 21
e eeuw kunnen we kerken goed gebruiken om de veranderende bevolking gevoel voor de geschiedenis van Amsterdam, en voor het zijn van Amsterdammer, bij te brengen.

Maar voor vandaag is veel belangrijker wat de zachtere functies van onze gebedshuizen zijn. Ze voorzien in een sterk aanwezige religieuze behoefte. Ik mag dan wel een niet-praktiserende atheïst zijn, maar ik kan en wil als vertegenwoordiger van de lokale overheid mijn ogen daar niet voor sluiten.

Voor mij, als vertegenwoordiger van diezelfde overheid, is echter nog veel belangrijker dat de gebedshuizen ontmoetingsplekken vormen voor bewoners. En daarmee vormen die gebedshuizen ook plekken waar lokale gemeenschapszin, om een duur begrip te gebruiken: de ‘civil society’, zich kan ontwikkelen.

In Bos en Lommer wordt bovengemiddeld geloofd. De gebedshuizen zijn onze grootste buurthuizen. En daarmee zijn die gebedshuizen, of ze nu van christelijke of islamitische signatuur zijn, belangrijke partners voor het uitvoeren van sociaal beleid. In een wijk als Bos en Lommer start emancipatie en participatie (heel traditioneel) in belangrijke mate via religie. Wat dat betreft is Bos en Lommer nog, of misschien weer, een verzuilde samenleving zoals we die van het Nederland uit het midden van de vorige eeuw kenden.

Dames en heren,

Mijn Bos en Lommer is een wijk zoals zo velen in Amsterdam, met kansen, problemen en uitdagingen. OK, misschien wat meer uitdagingen dan een gemiddelde wijk. Er wordt heel hard gewerkt aan het opknappen van de wijk, maar ook achter opgeknapte gevels komt nog steeds erg veel leed voor, zowel bij autochtone als allochtone bewoners. Het stadsdeel als lokale overheid moet alle middelen inzetten om die mensen te bereiken, om er voor te zorgen dat ze geholpen worden. En daar hebben we alle hulp bij nodig die we kunnen krijgen.

Religieuze gemeenschappen zijn geworteld in een wijk. Religieuze gemeenschappen bereiken mensen. Religieuze gemeenschappen komen achter voordeuren waar je als overheid niet komt. Een overheid kan het niet alleen en moet het niet alleen willen doen. En dat betekent dat ik vind dat je serieus moet kijken in hoeverre je samen met religieuze gemeenschappen gemeenschappelijke sociale doelen kunt bereiken. En dat betekent dus ook dat ik de scheiding tussen kerk en staat, zoals die in Nederland terecht bestaat, ontspannen probeer te interpreteren.

Dames en heren,

Ik wil samen met kerkgemeenschappen en met respect voor ieders eigen verantwoordelijkheden zoeken naar mogelijkheden om ook vanuit die kerkgemeenschappen samen sociaal beleid te ontwikkelen. Ik kan mij dus bijvoorbeeld goed voorstellen dat activiteiten die door een kerkgemeenschap worden georganiseerd, door ons gefinancierd worden. Maar dan gaat het dus om niet-religieuze activiteiten: wel een subsidie voor een bijeenkomst over emancipatie, geen subsidie voor een religieuze bijeenkomst. De scheiding tussen kerk en staat ligt voor mij daarmee dus ook niet bij de voordeur van het kerkgebouw, maar bij de drempel van de gebedsruimte. Volgens mij kan er veel meer samengewerkt worden dan op dit moment gebeurt. Maar laat één ding duidelijk zijn: ik zeg niet dat een kerkgemeenschap moet samenwerken met de overheid, ik zeg alleen dat er wat mij betreft heel veel ruimte is om dat te kunnen doen.

Maar, zult u zich misschien afvragen, is dit nu een verhaal wat een christelijke gemeente als de onze aan moet spreken ? Is dit niet een verhaal wat eigenlijk alleen gaat over de islamitische gemeenschap ?

Het antwoord is klip en klaar: ja, het moet u aanspreken, en neen, het gaat niet alleen over de islamitische gemeenschap. In Bos en Lommer kennen wij het zogenaamde BLIB, het Bos en Lommer Interreligieus Beraad. In dat beraad wordt samengewerkt tussen verschillende religieuze gemeenschappen. Samen worden bijeenkomsten georganiseerd, over en weer worden gelovigen uitgenodigd voor de verschillende religieuze feesten. Voor mij is dat samenwerkingsverband belangrijk omdat er een aanspreekpunt aan het ontstaan is. En tegelijkertijd is een dergelijk beraad volgens mij ook belangrijk voor een aantal christelijke gemeenschappen omdat het kan helpen bij het nadenken over de eigen rol in dit tijdsgewricht, waarin inderdaad soms een afkalving van die gemeenschappen plaatsvindt. Contacten met andere gemeenschappen kunnen helpen om je eigen rol te kunnen definiëren of herdefiniëren. En het samenwerken met andere gemeenschappen kan helpen om te kunnen werken aan het zijn van een zichtbare en tastbare kerk in de 21
e eeuw.

Dames en heren,

Ik ben begonnen te zeggen dat ik niet namens de gemeente Amsterdam kan spreken. Maar ik kan wel spreken als Amsterdammer. En als Amsterdammer hoop ik dat Amsterdam, als gemeente van kerken samen kan werken, samen kan blijven werken met uw gemeente, uw kerkgemeente. Laat het komend jaar het jaar zijn waarin wij allebei, en bij voorkeur samen, kunnen werken aan een zichtbare en tastbare gemeente, zowel de uwe als de mijne.

Ik wens ons allen een gelukkig 2008.


Jeroen Broeders
Stadsdeelvoorzitter Bos en Lommer