Boekbespreking: Marshall Plan voor het Milieu

Intermediair, 13 november 1992, p. 53



A. Gore,
Earth in the Balance. Ecology and the Human Spirit. Boston/New York/Londen, Houghton Mifflin, 407 pagina's, ISBN 0-395-57821-3

Al Gore, nu nog een eenvoudige senator uit Tennessee maar naar alle waarschijnlijkheid de volgende Amerikaanse vice-president, heeft alle reden voor blijdschap. Tijdens de verkiezingscampagne krijgt hij namelijk volop gratis publiciteit voor zijn onlangs verschenen boek over de mondiale milieuproblematiek.


De meeste aandacht werd er aan het boek besteed tijdens het debat op 13 oktober tussen de drie kandidaten voor het vice-presidentschap. Stockdale, de door Perot voorgedragen kandidaat, stelde vragen over de kritiek uit wetenschappelijke kringen op bepaalde in het boek uitgedragen denkbeelden, terwijl Quayle zijn bezorgdheid uitte over de belastingverhogingen die de door de Zuidelijke senator ontwikkelde beleidsplannen met zich mee zouden brengen (waarbij hij, hoe kan het bij Quayle ook anders, Gore natuurlijk verkeerd citeerde).
Toch werd er niet echt diep ingegaan op de inhoud van het boek, en het lijkt erop dat dat een onvergefelijke fout van de Republikijnen is geweest. Wanneer men het boek beter bestudeerd had, en Quayle beter voorbereid was geweest, had men ervoor kunnen zorgen dat Gore het aanmerkelijk slechter bij de kijkers had gedaan dan dat nu het geval was. De in "Earth in the Balance" ontwikkeld ideeën zijn namelijk dermate radicaal , dat ze waarschijnlijk voor veel Amerikaanse kijkers (en kiezers) onaanvaardbaar zouden zijn.

Het boek is volgens Gore het resultaat van een bezinningsperiode die ingezet werd toen zijn zesjarige zoontje in april 1989 aangereden werd en zwaargewond raakte. In de midlife crisis die op deze gebeurtenis volgde raakte hij er steeds meer van overtuigd dat het maar eens afgelopen moest zijn met het verdedigen van de politieke status quo, met het uitdragen van platitudes en gemeenplaatsen, met de gemakzuchtige aanname dat de grote wereldproblemen door kleine veranderingen opgelost zouden kunnen worden. Volgens de auteur hebben dergelijke opvattingen in de loop der tijd al tot vele problemen geleidt, maar op dit moment zijn ze extra gevaarlijk omdat ze, in het licht van de snel verslechterende milieusituatie, de aanleiding kunnen zijn voor een ecologische catastrofe. Niemand kan er nog vanuit gaan dat de mondiale milieuproblemen op de een of andere manier vanzelf opgelost worden. Het is daarom noodzakelijk dat we allemaal deelnemers worden aan een "gewaagde poging om de fundamenten van onze beschaving te veranderen".

Gore heeft veel kritiek op zijn boek gehad van politici en wetenschappers die stellen dat er over de grote milieu-problemen die de schrijver signaleert, zoals het broeikaseffect, het gat in de ozonlaag, de groeiende afvalproblematiek en de verminderende biodiversiteit, nog lang geen wetenschappelijke consensus bestaat en dat het daarom onverantwoord is om overheidsbeleid op door dergelijke (fictieve) problemen te laten bepalen en het beleid er op af te stemmen. De auteur heeft veel van die kritiek in zijn boek al bij voorbaat weerlegd door te wijzen op het verschil tussen wetenschappelijke onzekerheid en politieke onzekerheid. Terwijl de wetenschap bestaat bij de gratie van het onbekende, kan dat onbekende een verlammende invloed uitoefenen op noodzakelijke politieke veranderingen.

Het mag dan zo zijn dat er, met name op het terrein van de broeikasproblematiek nog vele onzekerheden bestaan, maar volgens Gore kan dat geen excuus zijn om dan maar niets te doen totdat er sprake is van een compleet inzicht en een volledige wetenschappelijke consensus.
Volgens Gore moet de basis van de huidige milieucrisis gezocht worden bij de fundamenten van de moderne civilisatie. Hij meent dat de huidige problemen op de eerste plaats veroorzaakt worden door het politieke systeem. Dit wordt namelijk gekenmerkt door oppervlakkige gedachtenuitwisselingen, acterende politici en het ontbreken van leiderschap. Een tweede belangrijke oorzaak voor de huidige milieuproblematiek kan gevonden worden in het overheersende economische systeem. Een belangrijke tekortkoming van het systeem is dat milieuvervuilende consequenties van economisch handelen door de verkeerde definiëring van kernbegrippen als BNP en produktiviteit, niet in de economische cijfers tot uitdrukking worden gebracht.
Verder gelooft de auteur dat in de huidige informatie-maatschappij de afstand ussen mens en natuur steeds groter wordt door allerlei betreurenswaardige ontwikkelingen op de terreinen van psychologie, filosofie en religie.

Er zijn veel mensen, met name milieuactivisten, die iets aan de milieucrisis willen doen. Maar, "zolang de beschaving als geheel, met zijn enorme technologische macht, voortgaat langs een pad dat aanzet tot de onderwerping en exploitatie van de natuur voor korte termijn winsten, zal deze op hol geslagen machine voortgaan de wereld te vernietigen, onafhankelijk van wat we als individuen doen". Daarom moet het redden van het wereldmilieu gemaakt worden tot het centrale ordenende beginsel van onze beschaving. Op basis van consensus zal het zover moeten komen dat ieder beleidsinstrument en programma, ieder verdrag en bondgenootschap ingezet wordt om de vernietiging van het wereldmilieu een halt toe te roepen. Kleine beleidsveranderingen, minimale aanpassingen van bestaande programma's, gematigde verbeteringen van wet- en regelgeving, rethoriek in plaats van echte verandering - dat zijn volgens de schrijver allemaal vormen van slapheid en een gebrek aan durf, bedoeld om te voldoen aan de verwachting van het grote publiek dat offers, strijd en een pijnlijke transformatie van de samenleving niet nodig zullen zijn.

Maar hoe kan de huidige civilisatie dan alsnog omgevormd worden ? Alhoewel er geen duidelijke precedenten bestaan voor de ingrijpende mondiale veranderingen die nagestreefd moeten worden, bestaat er wel een voorbeeld van geslaagde internationale consensusvorming en samenwerking. Dit was het Marshall plan, en Gore gelooft dat nu de tijd gekomen is voor een Mondiaal Marshall Plan.

Dit plan zou een eind moeten maken aan de groei van de wereldbevolking en zou moeten zorgen voor de snelle ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën. Verder zou dit plan moeten leiden tot het aanpassen van de economische terminologie en theorie om zo te komen tot een betere waardering van de ecologische consequenties van economisch handelen, en tot het ontwikkelen - met name in de Derde wereld - van de politieke en sociale randvoorwaarden die noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van duurzame samenlevingen.
Bovendien zou een dergelijk Mondiaal Marshall Plan ook moeten voorzien in de ontwikkeling en uitvoering van een serie nieuwe internationale verdragen om het juridische kader te ontwikkelen waarin het totale plan een succes kan worden.

Alhoewel de gemiddelde Amerikaan progressiever is dan in Europa veelal wordt aangenomen, zijn deze plannen waarschijnlijk toch wel erg vergaand voor het Amerikaanse publiek. Het lijkt erop dat dit ook door Gore ingezien is, want in de verkiezingscampagne bedient hij zich toch weer van de traditionele campagne-rethoriek, terwijl hij tegelijkertijd ook fijntjes inspeelt op de nationalistische en isolationistische tendenzen in de Amerikaanse samenleving. Dit alles is in scherp contrast met zijn in het boek neergelegde goede voornemens.

Waarschijnlijk heeft hij zijn radicale aspiraties onder dwang van de verkiezingscampagne (tijdelijk) in de ijskast moeten zetten. Wanneer Gore in de komende jaren de politieke ruimte krijgt om zijn plannen alsnog ten uitvoer te brengen, zou dat een groot aantal kiezers onaangenaam verrassen. Zij zullen zich bedrogen voelen omdat ze menen dat hij andere dingen doet dan de Democraten in de verkiezingscampagne beloofd hebben. Gore stelt in in zijn boek dat "het Amerikaanse volk haar leiders vaak in algemene zin toestemming geeft voor een bepaald beleid, terwijl men zich wel het recht voorbehoud om hard tegen ieder individueel offer dat gebracht moet worden te protesteren". Hij zal zich dan waarschijnlijk niet veel van de kritiek aantrekken. En misschien is een dergelijke hautaine houding ook precies wat het milieu nodig heeft.